Januari brengt sneeuwklokjes in Groot-Brittannië, terwijl Spaanse tuinen geuren van mimosa. De grote klimaatsverschillen in Europa zorgen voor een golvende bloemencyclus: elke regio kent zijn eigen bloeipiek.
Seizoensbloemen zijn voordeliger omdat ze in overvloed en dichtbij groeien. Tijdens hun natuurlijke bloeitijd zijn ze ook van betere kwaliteit — bloemen die op het juiste moment worden gesneden, blijven langer mooi dan geforceerde bloemen.
Door het jaar heen verschijnen regionale specialiteiten: Nederlandse tulpen in april, Franse pioenen in mei. Elke bloem heeft zijn seizoen van perfectie.
Lees hieronder verder en ontdek welke bloemen per maand bloeien in verschillende Europese landen.
In Noord-Europa bloeit er buiten nauwelijks iets. Kassen leveren het hele jaar door verse anjers en chrysanten, die ook in de winter voor kleur zorgen.
In het Middellandse Zeegebied is het voordeel duidelijk: Spaanse en Portugese tuinen leveren winterse jasmijn en geurige daphne, terwijl Italiaanse mimosa’s zich voorbereiden op de feestdagen van februari.
In Britse tuinen gebeuren kleine wonderen — helleborussen bloeien midden in de winter en verdienen zo hun bijnaam kerstroos. Op beschutte plekken verschijnen de eerste sneeuwklokjes: een teken dat het leven doorgaat, zelfs onder bevroren grond.
Wanneer de sneeuw smelt, bedekken krokussen de Alpenweiden in Zwitserland en Oostenrijk met paarse en gele tapijten — de eerste aankondiging van de lente.
In Nederland draaien de kassen op volle toeren: miljoenen tulpenbollen worden voorbereid voor het komende tulpenseizoen.
In Cornwall, in het zuiden van Engeland, verschijnen de eerste narcissen. In noordelijke regio’s is men nog afhankelijk van importbloemen.
Italië profiteert van het milde klimaat: ranonkels en anemonen groeien al in de volle grond. Deze vroege oogsten vinden hun weg naar de noordelijke markten, waar de velden nog slapen.
De Ierse sleutelbloemen (primula’s) trotseren regen en wind, hun gele bloemen verschijnen langs heggen en in tuinen.
Met meer zon en langere dagen komt Europa tot leven. Britse en Ierse narcissen kleuren heuvels goudgeel en trekken wandelaars en fotografen.
In Duitsland bloeit de forsythia als eerste, haar gele takken steken fel af tegen de grijze maartlucht.
De eerste kleur verschijnt in de Nederlandse tulpenvelden, al is de volledige pracht nog even geduld hebben. Vroege varianten testen de lente, terwijl de hoofdteelt zich voorbereidt op april.
In Spanje veranderen amandelboomgaarden twee weken lang in roze wolken. In Zweden zorgen kassen voor lentebloemen als tulpen, fresia’s en lelies, terwijl buiten nog sneeuw ligt.
April is de maand van maximale bloemenpracht in Europa. De Nederlandse tulpen bereiken hun beroemde hoogtepunt tussen half maart en half mei, met april als piek.
In oude Engelse bossen vormen bluebells (wilde hyacinten) een blauw tapijt dat al eeuwen onveranderd is.
Kersenbloesems trekken noordwaarts vanuit Portugal, passeren Frankrijk en Duitsland en bereiken Scandinavië eind april.
In Franse tuinen barst het leven los — pioenen komen tot bloei, de eerste rozen openen zich, en baardirissen tonen hun kleurenpracht.
Ook [alstroemeria’s](geen Belgische link beschikbaar) verschijnen volop uit de kassen: sterke snijbloemen die kleur en waarde toevoegen aan elk seizoensboeket.
In Frankrijk en Groot-Brittannië is het pioenenseizoen in volle bloei — van eind april tot juni. De grootste bloemen verschijnen in mei en maken pioenroosliefhebbers dolgelukkig.
De rozen beginnen aan hun lange bloeiseizoen: Portugese klimrozen sieren muren, terwijl Duitse theehybriden wekenlang blijven bloeien.
In Oost-Europa bloeien seringen in Poolse en Tsjechische tuinen, terwijl Scandinavië eindelijk de lente inhaalt dankzij lange dagen.
In Spanje en Italië staan de velden vol klaprozen en paars bloeiende echiums, natuurlijke schilderijen van kleur.
De productie van gerbera’s stijgt — dankzij de kassen is er constante kwaliteit, met buitenbloemen voor extra seizoensrijkdom.
De geur van rozen vult juni-avonden van Engelse dorpen tot Bulgaarse valleien. Dit is de maand van overvloed.
In Noord-Europa profiteren bloemen van lange dagen: Zweedse lathyrus en Noorse riddersporen groeien uitbundig in licht dat zuidelijke planten te veel zou zijn.
In de Provence kleurt de eerste lavendel paars, al vindt de oogst pas in juli plaats.
De zomerwarmte remt de bloei in Spanje en Italië, terwijl het koelere klimaat in Noorwegen perfect is voor vingerhoedskruid.
Het seizoen van de zonnebloemen verandert Zuid-Frankrijk en Noord-Italië in gouden zeeën.
In Groot-Brittannië bereiken lathyrus-bloemen hun geurige hoogtepunt, iets wat alleen in koele zomers mogelijk is.
Nederlandse gladiolen kleuren in regenboogtinten — nauwkeurig geteeld voor de Europese bloemistenmarkt.
Ook de gerbera’s zijn in juli op hun mooist, met rijkere kleuren bij de buitenoogst dan in kassen.
Belgische en Tsjechische dahlia’s zorgen voor een zomerspektakel in alle vormen en maten.
In Zuid-Europa ligt de bloei stil door de hitte, maar in Schotland kleuren de heuvels paars van de heide.
In Frankrijk oogst men zinnia’s en cosmea’s nog voor zonsopkomst om de kwaliteit te bewaren, terwijl Duitse volkstuinen vol staan met asters en vroege chrysanten.
De tuinen in gematigde streken lopen langzaam leeg, terwijl het Middellandse Zeegebied juist weer tot leven komt. Chrysanten kondigen de herfst aan.
Britse borders trekken nog vlinders aan dankzij laatbloeiende asters.
Italiaanse anjers keren terug in productie zodra de temperatuur daalt, en vaste planten beleven in Zuid-Europa hun “tweede lente”.
Belgische kassen draaien weer op volle toeren om het bloeigat in de buitenlucht op te vangen.
In Duitsland bereiken dahlia’s hun finale, terwijl Britse tuinen nog een laatste roos laten bloeien voor de vorst.
In Spanje kleuren de goudsbloemen feloranje ter voorbereiding op Día de los Muertos.
In Portugal herleven vaste planten dankzij de eerste herfstregens — na de zomerstilte komt de tuin weer tot leven.
In Noord-Europa stopt de buitenbloei volledig. Kassen worden de enige bron van verse bloemen.
In het zuiden bloeien winterse rozemarijnstruiken, hun blauwe bloemetjes verschijnen precies wanneer noordelijke tuinen kaal zijn.
In Groot-Brittannië zie je nog viooltjes en enkele herfstchrysanten, terwijl Italiaanse en Spaanse kustgebieden nog een beperkte oogst aan anjers binnenhalen.
Buitenbloei is nu beperkt tot de Middellandse Zeekust, waar Spaanse kerststerren (poinsettia’s) in de natuur groeien in plaats van in kassen.
In milde winters bloeit in Groot-Brittannië soms nog winterjasmijn, maar rozen, tulpen en andere zomerbloemen zijn verdwenen.
De decemberbloemen in de bloemwinkel komen vooral uit Nederlandse kassen — narcissen, hyacinten, en kasbloemen zoals rozen, gerbera’s en lelies die ongeacht het seizoen blijven bloeien.